door alle watertjes gezwommen hebben


door alle watertjes gezwommen hebben 1.0

heel veel meegemaakt hebben; heel veel ervaring hebben; met elke nieuwe situatie raad weten

Algemene voorbeelden


Hij was altijd onderweg, hij heeft door alle watertjes gezwommen, hij was niet op zijn mond gevallen! In de taveerne werden de messen toch niet metéén getrokken, zonder dat vooraf de kracht van de tegenstander met woord en wederwoord werd gemeten!

Met het oog op de jaren negentig, Luc Vancampenhout,